=Zaterdag, 22 mei 2010= Ons weblog begint zo langzamerhand een lang vakantieverhaal te worden. Tijdens zo'n campertrip maak je best wel veel mee. Gisteravond kwamen we om 19 uur aan op de meest zuidelijke camping aan de oostkust van CALABRIA. De entree was net een mafiafilm. In de volle zon reden we de smalle toegangsweg van de camping op. De weg had als toegangspoort een openstaand, loshangend hek. De weg zelf was slecht geasfalteerd en omzoomd door hoge wilde struiken. Het asfalt veranderde in grind en zand en voor ons zagen we de lege bedding van een rivier, waarin alleen een smal modderstroompje te zien was. Het pad sloeg rechtsaf en we reden onder een oude, bruin roestige, ijzeren spoorbrug door. Het pad verbrede zich en was nog steeds omzoomd met dichte struiken en riet, met midden daar tussenin een mooi onderhouden geschilderd toegangshek van een camping. We reden erdoorheen en kwamen in een prachtig verzorgde tuin met een geschoren grasveld en wat gebouwtjes. De campingeigenaar zat in een klein propvol kantoortje en hij zocht tussen al zijn papieren naar het gastenboek. Stevig rokend nam hij onze gegevens op en wees ons de weg naar de camping. Hij kwam over als de vriendelijke don van de camping en was vol belangstelling waar we vandaan kwamen. Op de camping bleken tien Nederlandse caravans te staan. Beneden NAPELS kom je dat bijna niet tegen. De avond brachten we door met een strandwandeling langs de IONISCHE ZEE waarbij het achter ons constant weerlichtte. Donder hebben we niet gehoord. Vanochtend werden we laat wakker. Tegen 8 uur werden we gewekt door het gefluit van vogels, het leken wel kanaries zo mooi was hun gezang. Tot 14 uur bleven we lekker zonnen op het strand, daarna gingen we naar STILO waar we de CATHOLICA wilden bezoeken. Na de inmiddels bekende haarspeldbochten en de typisch Italiaanse dorpstraatjes parkeerden we in het kleine stadje STILO. De straten zijn smal en we passeerden een goep mannen die bezig waren om een televisieschotel aan de gevel vast te maken. Toen we langsliepen stopten ze, zodat we het boorgruis niet in onze haren zouden krijgen. Vriendelijk groetend liepen we verder en vonden zonder veel moeite het kerkje CATHOLICA . Op foto's lijkt het een redelijk groot gebouw, maar in werkelijkheid is het bijzonder klein. Wij tweeën met een suppoost vulden de halve ruimte van de kerk. De suppoost was erg aardig en hij gaf uitleg over de kerk en de omgeving, voor zover we elkaar konden begrijpen, want hij sprak alleen Italiaans. Hij gaf ons tips over plekken waar we de kerk mooi op de foto konden krijgen. Hoog boven ons hoofd zagen we een Normandisch kasteel, en wij kunnen zoiets niet ongezien laten liggen. We volgden de bordjes "Castle" en kwamen bij een poort terecht. Als je met je gezicht voor de poort ging staan dan stond rechts daarvan een aanwijsbord met een pijl naar links. Dat kan twee dingen betekenen. De pijl wijst naar de poort en daar moet je doorheen, of de pijl wijst in de richting van de weg en moet je de poort dus rechts laten liggen. We wisten het niet en besloten door de poort te lopen, aangezien er een pad richting kasteel liep. Een aantal jongens die naast de poort stonden te praten zeiden tegen ons dat het een half uur lopen was. Tenminste dat dachten we, later bleek dat zij ons mogelijk hadden gewaarschuwd voor het pad. We volgden het pad en zagen om de zoveel honderd meter een kruisbeeld met kruisweg taferelen ernaast. Het bleken de 15 statiën te zijn. Dat stelde ons gerust, want blijkbaar werd dit pad gebruikt tijdens de paasperiode. Naarmate we hoger kwamen werd het pad slechter en moesten we steeds grotere rotsblokken opklauteren. Het pad was aan beide zijden voorzien van houten leuningen, blijkbaar om de ouderen tijdens de kruiswegstatie houvast te bieden. Soms was de leuning verrot en keken we de afgrond in. We besloten om boven bij het kasteel dit pad niet meer als terugweg te gebruiken. Dan maar wat langer via de normale straten afdalen. Na een hele klimpartij kwamen we bij de 15de statie en dat is de laatste "hier stierf Hij". We stonden op een plateau met een groot kruisbeeld, maar nog zeker 50 meter onder het kasteel. We zagen geen pad dat naar boven liep. Wel een met struiken overwoekerde doorgang. We liepen ernaar toe maar durfden die weg niet te nemen. Uit ervaring weten we inmiddels dat je in de bergen nooit de paden mag verlaten. Achteraf gelukkig, want van beneden uit zagen we later dat deze doorgang uitkwam bij een ravijn van 500 meter diep. Wat het extra indrukwekkend maakte was dat we dat vanaf beneden konden zien terwijl we naast een groot marmeren gedenkteken van een Italiaanse jongen stonden. Wat we uit de inscriptie konden herleiden was dat deze jongen op achtjarige leeftijd tijdens de vakantie van deze berg was gevallen. Kortom we stonden op 500 meter hoogte op een klein plateau van 10 bij 10 meter en er was maar één uitweg naar beneden. Met kloppend hart begonnen we aan de afdaling, maar na verloop van tijd bleek dat gemakkelijker dan we gedacht hadden. Je moest alleen de afgrond naast je negeren en af en toe zittend en schuivend naar beneden glijden. We zorgden ervoor dat we altijd ons met één hand vasthielden aan een stevig punt. Beneden aangekomen zijn we een ijsje gaan eten en hebben we met een verrekijker het pad nagezocht dat we gelopen hadden. Niet voor herhaling vatbaar. Op de foto heb ik met een rode cirkel aangegeven waar het plateau met het grote kruis stond. In de avond weer een lange strandwandeling gemaakt en stenen bewonderd die tussen het grind lagen, graniet, gneis, kwarts, pyriet, etc.
Zo hoog zaten we (rode cirkel) Het onbereikbare kasteel de15de statie van de kruisweg Een houten reling langs het pad Linksonder Catholica in Stillo toegang tot de camping