=Vrijdag, 28 september 2007=
Vannacht
flinke
wind,
regen
en
in
de
verte
onweer.
Toen
ik
om
02.00
uur
naar
het
toilet
ging
lagen
er
overal
jonge
zwervers
op
de
grond.
Ze
hadden
reuze
lol
met
de
nodige
flessen
drank
in
de
buurt.
Het
zag
er
vriendelijk
uit
en
ze
lieten
je
overal
gemakkelijk
door.
In
het
toiletblok
zaten
ze
droog
en
beschut
tegen
de wind.
De
volgende
ochtend
gingen
we
op
weg
naar
ORVIETO
.
Bij
een
autogrill
wilden
we
stoppen
om
geld
te
pinnen.
We
konden
op
de
parkeerplaats
geen
goede
plek
vinden.
De
enige
vrije
plaats
was
te
smal.
We
wilden
verder
rijden
toen
een
Italiaans
echtpaar
druk
gebaarde
om
niet
weg
te
rijden.
Ze
stapten
in
hun
auto
en
schoven
hem
een
stukje
op
waardoor
wij
ertussen
konden
staan.
In
ORVIETO
aangekomen
bracht
Truus
ons
direct
naar
de
parkeerplaats,
maar
de
hoogte
van
de
garage
was
maximaal
2,20
meter.
Wij
pasten
er
dus
niet
in.
Gelukkig
was
er
een
ontsnapping
gecreëerd;
via
een
smal
weggetje
kwamen
we
op
het
dak
van
de
parkeerplaats.
Ruimte
genoeg
om
te
parkeren.
We
keken
tegen
een
50
meter
hoge
stadsmuur
op.
Het
dorpje
lag
een
stuk
hoger
dan
waar
wij
stonden.
Ook
daar
was
wat
op
gevonden.
In
de
stadsmuur
waren
roltrappen
aangelegd,
via
onderaardse
tunnels
en
vijf
roltrappen
kwamen
we
in
ORVIETO
aan.
Lopend
moesten
we
nogmaals
een
twintigtal
meters
stijgen
alvorens
op
een
groot
plein
aan
te
komen.
Eerst
koffiedrinken.
Al
spoedig
bleek
dat
er
busladingen
vol
toeristen
werden
gedropt.
Amerikanen,
Fransen,
Duitsers
en
Nederlanders.
We
liepen
richting
Duomo
en
zagen
winkels
vol
luxe
goederen,
die
ik
in
Hoorn
nog
nooit
gezien
heb.
Ook
veel
aardewerk
met
knallend
rode,
gele
en
blauwe
kleuren.
We
wilden
zoiets
kopen,
maar
zagen
daarvan
af
omdat
de
prijzen
vanaf
twintig
euro
begonnen.
Zoals
we
gewend
zijn
in
Italië
loop
je
door
smalle
donkere
steegjes
en
plotseling
doemt
er
een
rijk
gedecoreerde,
kleurige
en
vooral
hoge
Duomo
voor
je
op.
De
gouden
mozaïek
stenen
weerspiegelen
het
zonlicht
recht
in
je
ogen,
waardoor
je
de
afbeeldingen
op
de
gevel
niet
goed
kunt
zien.
De
zijgevels
waren
opgebouwd
uit
grijze
en
blauwe
steenlagen.
Binnen
in
de
kerk
was
het
erg
sober
en
kaal.
Ik
zocht
de
antichrist
die
in
deze
kerk
te
zien
moet
zijn
maar
kon
hem
niet
vinden.
Zaten
we
wel
in
de
goede
kerk?
Achter
in
de
kerk
stond
een
man
achter
een
hek
naast
een
computerscherm.
Ik
liep
ernaar
toe
en
het
bleek
een
kassa
te
zijn
die
toegang
gaf
tot
de
ANTICHRIST
.
We
liepen
naar
binnen
en
mijn
mond
viel
open
van
verbazing.
De
tekeningen
van
Signorelli
zijn
scherp
en
helder
van
kleur.
De
taferelen beslaan de hele zijkapel en je kijkt je ogen uit.
De
antichrist
(download
vanaf
internet)
kon
ik
herkennen
aangezien
de
boeken
beschreven
dat
er
een
duivel
achter
hem
stond.
Aan
de
tegenoverliggende
kapelzijde
zie
je
de
hel
met
de
groene
duivels
en
daarnaast
de
uitverkorenen
voor
de
hemel.
Aan
de
andere
kant
van
de
kerk
stond
een
aparte
kapel
met
een
prachtig
blauwe
en
zilveren
remonstrant.
Af
en
toe
ging
de
verlichting
in
de
kapel
aan
en
kon je de muurschilderingen zien.
Even
verderop
stond
een
piëta
(download
vanaf
internet)
waarvan
we
dachten
dat
die
van
Michelangelo
was.
Het
verbaasde
ons
dat
dit
beeldhouwwerk
zo
onopvallend
en
onbeschermd
in
de
kerk
stond.
Dat
kon
geen
echte
Michelangelo
zijn.
Op
een
bordje
stond
dat
het
van
een
leerling
van
hem
was.
Het
was
uit
één
blok
marmer
gehouwen.
Een
Italiaan
vertelde
ons
dat
in
een
voorgaande
kerk
bloed
op
de
marmeren
vloertegel
was
gevallen.
Een
priester
twijfelde
tijdens
de
mis
aan
de
verwachting
dat
de
hostie
het
lichaam
van
Christus
was.
Hij
werd
terechtgewezen
doordat
er
uit
de
hostie
bloed
vloeide,
dat
op
de
grond
druipte.
De
paus
die
van
dit
verhaal
hoorde
wenste
dat
er
een
Duomo
op
deze
plek
gebouwd
zou
worden.
Tegenover
de
Duomo
ligt
een
klein
museum
met
Etruskische
schatten.
Een
uiterst
kleine
nabootsing
van
het
archeologisch
museum
in
NAPELS
maar
wel
erg
goed
gesorteerd.
Het
museum
is
een
waar
doolhof
van
allerlei
gangen
en
zaaltjes
in
een
oude
villa
dat
op
zichzelf al een bezoek waard is.
Later
in
de
middag
zijn
we
doorgereden
naar
een
camping
ten
zuiden
van
SIENNA
in
het
dorpje
CASCIANO
DI
MURLO
.
Ook
hier
was
de
weg
ernaar
toe
weer
bochtig
en
smal.
Garmin
bracht
ons
tot
op
de
meter
nauwkeurig
bij
de
camping,
maar
wij
herkenden
door
de
duisternis
de
toegangsweg
niet.
We
reden
dan
ook
enkele
keren
op
en
neer.
De
meter
gaf
toch
duidelijk
aan
waar
we
zijn
moesten.
We
zagen
een
donker
pad
dat
rechtsaf
de
struiken
inging.
Marja
stapte
uit
en
liep
het
weggetje
af.
Toen
ze
over
een
heuveltje
heen
liep
zag
ze
de
verlichte
camping
als
een
ufo
enkele
meters
van
haar
af
liggen.
Wie
verwacht
er
op
zo'n
afgelegen
plek
een
camping
met
een
verlicht
vijfentwintig
meter
zwembad
en
een
restaurant
met
eersteklas
bediening.
Omdat
het
al
laat
was
bestelden
we
een
tweepersoons
vis
assortiment
bestaande
uit
vijf
verschillende
soorten
vis.
De
kok
kwam
aan
het
eind
van
de
avond
even
kijken
of
we
het
lekker
hadden
gevonden.
Om
twaalf
uur
gingen
we
naar bed.
De
camping
ligt
op
een
steile
helling,
de
lucht
is
vrijwel
helder,
de
maan
is
helemaal
vol
rond,
de
temperatuur
is
dertien
graden
en
het
is
dood
en
dood
stil.
In
de
verte
zien
we
onder
ons
lichten
van
een
dorp.
Morgen
kijken
of
we
dat
dorp
op
de
kaart
kunnen
vinden.
Djamila
sms't
dat
ze
een
kopstoot
heeft
gekregen
van
haar
paard
Kay.
Vermoedelijk
heeft
ze
een
lichte
hersenschudding.